12
Heel lang geleden stroomde er een grote woeste rivier door het bos. De kabouters konden daardoor niet aan de andere kant van het bos komen. Ze konden niet bij elkaar op bezoek, op zoek naar eten, hout of op avontuur. Het water stroomde zo snel dat ze er niet overheen konden zwemmen of varen, dat was veel te gevaarlijk! Maar kabouters zijn stoer en slim. Ze geven niet zomaar op. De oude wijze kabouters van de kaboutersenaat bedachten een hele goede oplossing. Maar de oplossing was niet makkelijk… Bovendien was het best gevaarlijk en heel veel werk. Ostbac, de kabouterbaas, riep op 25 september alle kabouters van het hele bos bij zich aan de rand van de rivier. Alle kabouters van beide kanten van de rivier kwamen aangerend. Ze waren benieuwd wat Ostbac te vertellen had. Ostbac had een grote tekening onder zijn arm. Hij rolde hem uit. Op de tekening zagen de kabouters een groot bouwwerk, wat was dat? Een trapje, een leuning en een rij van dikke balken tegen elkaar aan. Het was een brug! Deze brug was dé oplossing om voor altijd bij elkaar te kunnen komen. Ostbac vroeg de kabouters om hem te helpen de brug te maken. Natuurlijk hielp iedereen mee. De kabouters gingen direct aan de slag. Ze zaagden bomen om, schaafden planken, slepen spijkers en bouwden van beide kanten van de rivier naar elkaar toe totdat de brug klaar was. De kabouters werkten elf jaar lang, dag en nacht aan de brug. Toen de brug af was op 25 september 1958 konden de kabouters DWARS door het hele bos. Deze dag mogen we nooit meer vergeten! En daarom vieren de kabouters nog steeds elk jaar op deze datum een klein kabouterfeestje in het bos. En elke 11 jaar is het niet alleen in het bos maar zelfs in het hele dorp feest! Let maar eens op…