13
Wisten jullie dat de kabouters in de Oosterbeekse bossen een paar keer per jaar geen blauwe puntmuts op zetten als zij wakker worden? Zij gaan dan op zoek naar een ander grappig, warm of vrolijk hoofddeksel. Dat maken ze van eikelhoedjes, kroontjes van beukennootjes, van gevouwen bladeren of gevlochten steeltjes van bloemen of grassprieten. En als ze er dan toch zo mooi uitzien, dan willen zij zich natuurlijk ook aan de andere kabouters laten zien. Dit feest is lang geleden begonnen. De kabouters organiseerden op 11 november een groot feest waarbij ze ervoor zorgden dat ze zo mooi, grappig of griezelig vermomd waren dat de andere kabouters ze niet direct herkenden. Omdat het een beetje donker en koud is buiten, vond het feest plaats onder de grond of in een dikke holle boom. Er werd muziek gemaakt en gedanst. Steeds meer kabouters hoorden over dit bijzondere feest en werden nieuwsgierig en vooral heel enthousiast. Dat wilden zij eigenlijk ook wel! En dus besloot een groep kabouters niet alleen op 11 november maar ook in januari en februari een paar leuke feestjes te organiseren. En dat doen ze nu nog steeds, als je een keer in het donker door het bos loopt en je hoort een muziekje of je ziet een verklede kabouter lopen dan weet je genoeg! En weet je wat er nu zo leuk is? Mensen hoorden ook van dit verkleedfeest en zijn dit ook gaan vieren… dat kennen jullie misschien wel, het heet carnaval!